In de grond bevinden zich aaltjes. Hele kleine wormpjes die je met het blote oog niet kunt waarnemen. Deze aaltjes kunnen schadelijk zijn voor onze gewassen.
Voorheen gebruikten wij een chemische nattegrondontsmetting Metam Natrium (Monam) om deze schadelijke aaltjes te bestrijden. Deze behandeling van de grond is een tijdje verboden geweest. Ze mag nu wel weer toegepast worden onder bepaalde voorwaarden.
In de periode dat de natte grontontsmetting niet meer toegepast mocht worden hebben wij een natuurlijk vervanger hiervoor toegepast.
Tagetes (afrikaantjes)
Deze natuurlijke aaltjes bestrijder bevalt zo goed dat Maatschap Joling besloten heeft om hier mee door te gaan.
Tagetes is een plantje. Deze zaaien wij, als de omstandigheden goed genoeg zijn en de kans op vorst voorbij is, volvelds in de maand juni. Het gewas moet goed dicht komen te staan en 100 dagen groen blijven om een zo goedmogelijk werking te hebben. Onkruid moet zo min mogelijk de kans hebben om te groeien omdat de aaltjes zich hierop kunnen vermeerderen.
De werking gaat als volgdt... het aaltje prikt in de wortels van de Tagetes plant. De plant geeft een stofje af aan het aaltje waar het aaltje aan sterft.
Het voordeel van Tagetes in vergelijking met de chemische ontsmetting is dat de Tagetes bepaalde aaltjes die schadelijke zijn voor onze gewassen opruimd. Tagetes ruimd dus niet alle aaltjes op.
In de bodem hebben we dus leven. Dat noemen we bodemleven. Hier leven dus goede en schadelijke aaltjes. Aaltjes die schade brengen en aaltjes die geen schade brengen aan de gewassen. Door Tagetes te telen gaat een bepaalde groep schadelijke aaltjes dood. Andere alen blijven leven.
Roofalen (de natuurlijke vijanden van de schadelijk aaltjes) blijven ook leven. Het bodemleven blijft dus beter in balans.
Hierdoor is Tagetes beter voor het bodemleven en brengt ons daardoor een betere groei van de gewasen die we daarna telen.
Er is in de lelieteelt nog één aaltje (annemonus) wat ons plaagt en waar we helaas tot op heden nog geen goede alternatieve bestrijding voor hebben.
We hopen deze in de toekomst nog te vinden.